donderdag 28 december 2006

Met de "Broes" naar Engeland

Zeiljacht "Broes" is een Hurley 800, bouwnummer 90, gebouwd in Denemarken in 1981.
Meer informatie over dit schip vindt u op mijn website:
www.karelknevel.nl.

December 2006.

Met mijn jongste zoon Jeroen wil ik een eerste oversteek maken naar Engeland.
Hij heeft acht jaar als piloot in Afrika gewerkt ten dienste van hulporganisaties maar heeft zich nu met vrouw en kinderen gevestigd in Holland.
Hij kan zich twee en een halve week vrij maken voor deze tocht.


6 juni 2006

Jeroen is vandaag thuisgekomen uit Tsjaad. Hij had mij per email laten weten dat we op 11 juni kunnen vertrekken om zo mogelijk op 22 juni weer thuis te zijn: Mijn vrouw en ik willen graag op 23 juni aanwezig zijn op het jubileum van mijn broer en zijn vrouw.Vandaag weer de hele dag bezig geweest met het repareren van het stoomlicht en het heklicht. Ik dacht dat een spanningszoeker een goed instrument was om de oorzaak van de storing te kunnen vaststellen. Nu weet ik dat je beter een amperemeter kunt gebruiken of gewoon een lamp in een fitting met twee draadjes. Ik moest, zo bleek uiteindelijk, het stopkontakt op het dek vernieuwen. Maar omdat ik de fitting van het stoomlicht overboord liet vallen kwam er dus ook een nieuw stoomlicht. Voor de reparatie van het heklicht was een schuurpapiertje voldoende. Dagelijk bezoek ik de site: http://www.nauticlink.com/nieuws/knmi/windverwachting.html om te zien hoe de wind zal zijn bij ons vertrek. Op 11 en 12 juni wordt weinig wind verwacht. Misschien is het beter om een dag later te vertrekken en dan via IJmuiden naar Lowestoft te varen. http://www.bbc.co.uk/weather/coast/shipping/ is een site om vlak voor vertrek te raadplegen.

Jeroen heeft mij al een maand geleden attent gemaakt op de site: http://www.maib.gov.uk/publications/index.cfm Onder Publications is daar het verslag te vinden van de OUZO; "Loss of sailing yacht". Een nauwgezet onderzoek naar, en een reconstrukie van alle gebeurtenissen die geleid hebben tot het verlies van dit zeiljacht en de dood van drie opvarenden in augustus 2006 bij het eiland Wight. Het lezen van dit onderzoek is sterk aan te bevelen voor iedere zeezeiler.

11 juni 07.00

Windverwachting voor vandaag is noord 2; morgen west, krimpend naar zuidwest 2-4. Voor donderdag 14 juni wordt storm verwacht in district Humber. Dit alles doet ons besluiten om de oversteek te maken via IJmuiden (naar Lowestoft of Harwich): Vandaag naar IJmuiden, morgen de oversteek, en woensdag avond aankomst Engeland.

15 juni 2007.

"Onze eerste oversteek" of " Wat er allemaal mis kan gaan"

Maandag was de wind WZW, dus werd de tocht van Naarden naar IJmuiden op de motor afgelegd. In IJmuiden gingen we eerst op zoek naar de Kon. Marechaussee om onze bemanningslijst te laten stempelen. Het gebouw aan de kanaaldijk was beveiligd met hoge hekken en alle toegangen waren afgesloten. Weer terug aan boord belden we met onze mobiele telefoon en kregen van de dienstdoende agent te horen dat afstempelen voor een plezierjachtje niet meer nodig was. Daarna legden we aan in de Marina Seaport IJmuiden, waar Jeroen probeerde een visje te vangen. Twee keer sloeg hij een grote vis (een harder?) aan de lijn, maar hij wist hem niet binnen te halen. De volgende ochtend vertrokken we om 09.00 uur; wind kracht 2, snelheid 4 knoop. Zeilvoering ; grootzeil en genua. Het weer was bewolkt. In de loop van de dag nam de wind toe tot kracht 4. Om 19.00 zaten we een half uur in de mist.

Ik was deze dag niet zo goed begonnen; slecht geslapen door maagpijn en hoofdpijn. Een beetje grieperig, denk ik. Dit hield ook de daaropvolgende dag aan. Om 16.00 nam ik twee paracetamols en om 23.00 nog een.

Om 19.00 nam de wind toe en verwisselden we genua voor fok. Een half uur later werd een eerste reef aangebracht in het grootzeil. De wind nam toe tot kracht 5 - 6 en we liepen ruim 5 knoop door het water. Om 20.30 startten we de motor om de accu bij te laden voor de nacht. Om 21.00 zagen we in het westen , hoog boven de horizon, een vaag licht, dat later de fakkel van een boortoren bleek te zijn. Om 21.30 wilde Jeroen de motor stoppen en voelde daarbij dat de sleutel bijna gebroken was. Het lukte mij om, heel voorzichtig, de motor te stoppen en de sleutel er uit te halen. Daarna brak hij in tweeen. We hadden gelukkig twee reservesleutels aan boord. Het zicht werd slechter en we deden de navigatielichten aan. Om 21.15 liep de stuurautomaat vast en neemt Jeroen de helmstok. Om 22.00, het was toen bijna donker, zagen we een groot schip met containers achter ons langs gaan. Even later zag Jeroen een groot passagiersschip met veel lichten aan op ons afkomen op 90 graden aan bakboord en op een afstand van c.a. 500 m. "Hij komt recht op ons af, wat doen we?" vroeg Jeroen. "Koers houden", antwoordde ik. Ik dook de kajuit in, greep de handschijnwerper en richtte die op het aankomende schip en vervolgens op onze zeilen. Na de tweede keer zagen we het groene navigatielicht verdwijnen; hij had zijn koers gewijzigd. Toch wel spannend. We waren nu op ongeveer 1 mijl van de boortoren, waarvan de vlam onze boot verlichtte. Op dat moment viel onze GPS uit. Ik gaf Jeroen opdracht de boortoren benedenwinds op ruime afstand te passeren. Maar Jeroen dacht aan het maken van mooie opnamen met zijn videocamera. We naderden de boortoren tot op 500 m. Aan stuurboord zagen we een klein vaartuig naderen, die met een schijnwerper in onze richting scheen. Waarschijnlijk een werkvaartuig of bewakingsvaartuig behorend bij het boorplatform. Jeroen schoot zijn plaatjes en zei; "Dat zal Thomas leuk vinden". Het kleine vaartuig kwam steeds dichterbij en bescheen ons hinderlijk met zijn schijnwerper. Ik controleerde of het heklicht brandde, door mijn hand erachter te houden: Zeer zwak! Opnieuw de motor gestart. Maar dat gaf geen verbetering. "Het kan zijn dat te accu te ver ontladen is", zei Jeroen, "Dan duurt het even voordat je het effect ziet". "Hoe oud is de accu eigenlijk, hij lijkt me niet in goede staat." "Zes of zeven jaar" antwoordde ik. "Nou, dat verklaart al veel" vond Jeroen. "Ik denk dat je accu zijn beste tijd gehad heeft en aan vervanging toe is." Toen ook na 15 minuten de navigatielichten niet beter gingen schijnen, drong het tot ons door dat we een probleem hadden. "Is het wel verstandig om door te varen, we moeten nog twee "traffic-lanes" over. "Je hebt gelijk," antwoordde ik "We gaan terug naar IJmuiden, zodra die waakhond ons met rust laat," Het bewakingsvaartuig volgde ons tot we 1,5 mijl van het boorplatform verwijderd waren en om 24.00 wijzigden wij onze koers om met een wijde boog om het platform heen terug te varen naar IJmuiden. Om 01.00 begon het te regenen en nam de wind af. Er stond een complexe deining vanuit richtingen tussen zuid en west, die voor zeer heftige bewegingen zorgde van ons schip. Het kompas was nauwelijk afleesbaar en we gebruikten een zaklamp om op het kompas te schijnen en onze koers te controleren. Het schijnsel van de vlam van de toren verlichtte flauw onze zeilen. En het was koud, heel erg koud. We naderden opnieuw de plaats waar we ander verkeer konden verwachten en we besloten alle navigatielichten uit te doen behalve het stoomlicht. We verplichtten ons daarmee om voor alle vaartuigen uit te wijken. Het was zwaar bewolkt weer, zeer donker en er waren geen orientatiepunten waarop we konden koersen. De wind viel nu helemaal weg en we lieten de zeilen zakken. Het schip slingerde heftig met onregelmatige bewegingen, uiterst vermoeiend. Om 03.00 liet ook het stoomlicht het afweten. Om 04.00 kreeg ik een ingeving: Zou de schakelaar van de dynamo wel goed staan? Ik tastte met de hand onder het bruggdek, vond de schakelaar en zette die in een andere stand. Promp spong het stoomlicht aan met een helder licht. Ook de andere navigatielichten bleken werken. "Wat een oen, ben ik toch," bedacht ik. "Dat ik daar niet eerder aan gedacht heb." We waren nu nog zes uur varen van IJmuiden verwijderd, koud en vermoeid, en we besloten om niet op onze eerdere beslissing terug te komen. Het sturen met de hand was zeer vermoeiend; het was dus absoluut noodzakelijk om de stuurautomaat te repareren. Later klaarde een deel van de lucht op. Ik zag de Grote Beer en de Poolster en probeerde m.b.v. de sterren koers te houden. Dat was geen sinecure want de mast slingerde heen en weer met een radius van wel 40 graden. Om 06.00 vroeg ik aan Jeroen om de GPS weer aan te doen en de pier van IJmuiden als waypoint in te geven. Zittend op het brugdek met de kaart op zijn schoot en de zaklamp in de hand voldeed Jeroen aan mijn verzoek. We bleken op 20 mijl afstand van IJmuiden te zijn. Maar dit was voor hem de laatste druppel: Zijn gezicht kreeg de kleur van een marsmannetje en hij haastte zich naar de lijzijde van het schip om te kotsen. Dat herhaalde zich enkele malen. Om 08.00 bevonden we ons in een mistbank, de wind was gaan liggen. Aan stuurboord hoorden we de zware misthoorn van een snel naderend groot schip. We beantwoordden zijn signaal met onze eigen signaalhoorn op perslucht. Het schip voer ongezien achter ons langs. Na vier keer de hoorn te hebben gebruikt leek de bus met gecomprimeerde lucht half leeg te zijn. Dat waren dus dure signalen. Een half uur later verbeterde het zicht. Om 10.00 liepen we IJmuiden binnen. We zochten een ligplaats aan steiger M. in de marina, namen een warme douche en gingen slapen. We waren 36 uur in touw geweest. Om 16.00 werden we wakker en waren weer een beetje bij de tijd. Jeroen controleerde de lichtaccu met de zuurweger en vond zijn vermoeden bevestigd: "Deze accu moet beslist vervangen worden. " Na een lekkere drie gangen maaltijd, cuppesoup vooraf, aardappelpuree met sperciboontjes van Hak als hoofdgerecht en een appel toe, gingen we de omgeving verkennen. Van de boulevard af gezien is ons scheepje, gelegen naast een Halberg Rassy, maar een klein bootje. Toch ben ik trots op dit functionele scheepje dat in zeewaardigheid zijn bemanning overtreft. We gingen het eetcafee IJmuiden binnen, dat een gezellig interieur bleek te hebben met veel donker hout, foto's van oude schepen en scheepsmodellen. Jeroen nam koffie met cognac en ik een warme chocola. Daarna voelden we ons aanmerkelijk beter. "Volgend jaar gaan we later in het jaar en maken we de oversteek vanuit Vlissingen," zei Jeroen. "En vooraf investeren we in betere kleding en betere uitrusting."

In 24 uur zijn alle gebreken van schip en bemanning aan het licht gekomen.

Donderdag voeren we terug door het Noordzeekanaal, opnieuw op de motor want de wind was tegen. Maar na de Oranjesluizen bleek Naarden bezeild en gingen we onder zeil met een reef. De temperatuur hier was behaaglijk. Tussen Pampus en de Hollandse Brug kwam een onweersbui over ons heen met heel veel regen. De wind viel weg en het leek wel of de golven platgeslagen werden door de zware regendruppels.

Om 17.00 uur legden we aan in onze thuishaven, Jachthaven Naarden.

Naschrift: Ik ben mij bewust dat mijn korte geheugen afneemt. Op mijn leeftijd (73) is dat niet ongewoon. Als bescherming daartegen creeer ik vaste rituelen voor steeds terugkerende handelingen. Zo ben ik gewoon om voordat ik de motor start de dynamo uit te schakelen; pas als de motor op toeren is schakel ik de dynamo weer in. Dan zakt door de belasting van de dynamo, die direct begint te laden, het toerental van de motor even. Maar de motor slaat dan niet af. Van dit ritueel wijk ik nooit af. Echter, varend met Jeroen, is het moeilijk om die rituelen in stand te houden. Jeroen neemt graag het initiatief en ik vind dat wel prettig. Achteraf bezien is het dus wel te verklaren dat de schakelaar in de verkeerde stand stond. Maar dat het zo lang duurde voordat ik aan die schakelaar dacht, na het ontstaan van de problemen: Dat is echt verbazingwekkend en is m.i. alleen te verklaren door de vermoeidheid en de slechte conditie, die op dat ogenblik mijn beoordelingsvermogen hadden aangetast. Het geeft aan hoe belangrijk het is om rekening te houden met physieke beperkingen en met onze neiging tot zelfoverschatting. Ook is mij duidelijk geworden dat een goed afleesbare GPS op zee een "must" is. Evenals kleding, die afdoende bescherming biedt tegen regen en kou.